Met het wetsvoorstel Wet Minimumbelasting 2024 gaan multinationals en binnenlandse bedrijven met een omzet van € 750 miljoen of meer, effectief ten minste 15% belasting betalen. De richtlijn moet op 31 december 2023 in de nationale wetgeving geïmplementeerd zijn.
Wetsvoorstel Wet Minimumbelasting Achtergrond
De Europese Commissie heeft via een richtlijn een minimumbelasting voor grote bedrijven in de Europese Unie ingevoerd. Deze regeling wordt breed gedragen door de OESO en moet voor een herziening van het internationale belastingstelsel zorgen. De richtlijn moet op 31 december 2023 in de nationale wetgeving van alle EU-Lidstaten zijn omgezet.
Doel van het Wetsvoorstel Wet Minimumbelasting
Het wetsvoorstel heeft als doel de prikkel voor bedrijven om winsten te verschuiven naar staten met een aantrekkelijk belastingstelsel te verminderen. Gelijktijdig wordt er met het wetsvoorstel beoogd een ondergrens aan belastingconcurrentie tussen staten onderling te stellen. Op deze manier wordt effectief een ‘race to the bottom’ in de winstbelasting voorkomen en wordt er een gelijker speelveld voor internationaal opererende bedrijven gecreëerd.
Realisatie Wet Minimumbelasting
Onder de nieuwe wet vallen groepsentiteiten van zowel multinationals als binnenlandse groepen die een omzet van € 750 miljoen behalen en, in hun land van vestiging effectief te weinig winstbelasting betalen.
De groep moet in elk land van vestiging beoordelen of het effectieve tarief minimaal 15% is. Om de te weinig geheven winstbelasting vast te stellen wordt het effectieve belastingtarief in een laag belast land in mindering gebracht op het minimumbelastingtarief van 15% (bijheffingspercentage). Vervolgens wordt het bijheffingspercentage vermenigvuldigd met de grondslag, de overwinst.
Nederland zet de EU-richtlijn om in een afzonderlijke heffingswet en is daarbij verplicht om twee verschillende maatregelen te implementeren, te weten de inkomen-inclusiemaatregel en de onderbelastewinstmaatregel.
Daarnaast heeft Nederland de optie om een kwalificerende binnenlandse bijheffing in het heffingswet op te nemen. Van deze optie zal Nederland zeer waarschijnlijk gebruik gaan maken.
- Inkomen-inclusiemaatregel
Het verschil tussen het minimumbelastingtarief en het effectieve belastingtarief (15%) wordt op het niveau van de laagbelaste groepsentiteit vastgesteld en in beginsel bij de uiteindelijke moederentiteit van de groepsentiteit bijgeheven.
- Onderbelastewinstmaatregel
Bij verschillende groepsentiteiten kan bijheffing plaatsvinden. De bijheffing wordt toebedeeld naar rato van het aantal werknemers en materiële activa van de groepsentiteit in de betreffende staten.
- Kwalificerende binnenlandse bijheffing
Nederland kan zonder dat de uiteindelijke moederentiteit in Nederland gevestigd is effectief 15% bijheffen, wanneer er een laagbelaste entiteit in Nederland, in de multinationale groep, een overwinst geniet.
De bijheffing wordt per staat berekend.
Veiligehavenregeling
In het Wetsvoorstel Wet Minimumbelasting zijn naast het minimum belastingtarief van 15% ook een tijdelijke veiligehavenregel en een permanente veiligehavenregel opgenomen. Deze ‘safe harbour rules’ maken het mogelijk voor multinationals of binnenlandse groepen om een vereenvoudigde berekening op basis van bestaande gegevens te hanteren.
Contact
Met het wetsvoorstel Wet Minimumbelasting 2024 wil de Europese Unie multinationals en binnenlandse bedrijven met een omzet van € 750 miljoen of meer, effectief gaan belasten om een gelijk speelveld tussen ondernemingen en staten te creëren. Valt uw onderneming of groep onder deze regeling? Of bestaat er de mogelijkheid dat uw onderneming of groep tot deze groep zal toetreden?
Neem dan vroegtijdig contact met ons op via het contactformulier of te bellen naar: +31 24 372 53 53. Wij helpen u om de situatie en gevolgen duidelijk in kaart te brengen en adviseren u graag over de mogelijkheden.