Het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland, dat op 1 januari 2016 in werking is getreden, bepaalt in welk land een inwoner uit het ene land belasting moet betalen over inkomsten die betrekking hebben op het andere land. Het Belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland verdeelt hiermee dus ‘de heffingsbevoegdheid’ over grensoverschrijdende inkomsten tussen twee landen.
Op wie is het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland van toepassing?
Het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland is van toepassing op inwoners van Nederland en Duitsland. Deze inwoners zijn natuurlijke personen of rechtspersonen (bijvoorbeeld een B.V. of een GmbH).
Op welke inkomsten is het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland van toepassing?
Het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland ziet op de directe belastingen in Nederland en Duitsland naar het inkomen van een inwoner uit het andere land. De bekendste vormen hiervan zijn de belastingheffing ten aanzien van natuurlijke personen (inkomstenbelasting / Einkommensteuer) en de belastingheffing met betrekking tot rechtspersonen (vennootschapsbelasting, K:orperschaftsteuer en Gewerbesteuer). Ook de voorheffingen en bronbelastingen die hiermee verband houden vallen onder het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland (loonbelasting / Lohnsteuer en dividendbelasting / Kapitalertragsteuer, etc.).
De omzetbelasting (btw) en de sociale verzekeringen worden niet geregeld in het nieuwe Belastingverdrag met Duitsland. Hiervoor gelden aparte regelingen op basis van Europese regelgeving. Ook de erf- en schenkbelasting valt buiten het bereik van het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland.
Welke inkomsten vallen onder het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland?
Het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland bepaalt welk land heffingsbevoegd is voor de volgende inkomsten:
inkomsten uit kapitaal en vermogen, zoals:
- onroerende zaken / vastgoed
- de winst uit onderneming
- de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen
- transacties binnen concernverband (Transfer Pricing)
- dividenden (winstuitkeringen)
- interest (rente-inkomsten)
- royalty’s
- vermogenswinsten (vervreemding van aandelen, schepen en luchtvaartuigen)
en arbeidsinkomsten uit tegenwoordige en vroegere arbeid, zoals:
- inkomsten uit dienstbetrekking (niet-zelfstandige arbeid)
- directeursbeloningen / bestuurdersbeloningen (bestuurders en commissarissen)
- inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars
- pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen
- inkomsten uit overheidsfuncties (ambtenaren)
- inkomsten van bezoekende hoogleraren en docenten
- inkomsten van studenten
Voor overige inkomsten die niet onder een van de bovengenoemde categorieën vallen, bevat het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland een restbepaling.
Welke andere zaken regelt het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland nog meer?
Naast welk land belasting mag heffen over bepaalde inkomsten, bepaalt het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland tevens zaken op het gebied van onder meer:
- het vermijden van dubbele belasting (de wijze waarop dubbele heffing wordt voorkomen)
- het ontgaan van dubbele belasting (misbruiksituaties)
- de procedures voor onderling overleg tussen Nederland en Duitsland
- de uitwisseling van informatie tussen Nederland en Duitsland
- de bijstand bij de invordering van belastingen tussen Nederland en Duitsland
- de arbitrageregeling tussen Nederland en Duitsland (overleg tussen de Nederlandse fiscus en de Duitse fiscus om dubbele belastingheffing en nadelige uitkomsten op te lossen)
- de eenzijdige compensatieregeling waarmee Nederland een compensatie biedt voor Nederlandse grensarbeiders die nadeel ondervinden door het werken in Duitsland
Heeft u vragen? Vul dan ons contactformulier in en een van onze adviseurs neemt zo spoedig mogelijk contact met u op.