Nederland heeft een fiscale expatregeling voor buitenlandse werknemers, de zogenaamde 30%-regeling, die hen in staat stelt om minder belasting te betalen over een deel van hun inkomen. Deze regeling, oorspronkelijk bedoeld om de werving van hooggekwalificeerde werknemers uit het buitenland te bevorderen, is sinds 2012 meerdere keren aangepast. Hieronder beschrijven wij de werking en voorwaarden van de 30%-regeling in het belastingjaar 2024.
Wat is de 30%-regeling?
De Nederlandse 30%-regeling is een fiscale faciliteit binnen de loonbelasting die het voor werkgevers mogelijk maakt om maximaal 30% van het loon van een buitenlandse werknemer belastingvrij te vergoeden. Deze vergoeding is bedoeld ter dekking van zogenoemde extraterritoriale kosten, zoals kosten voor verhuizing, tijdelijke huisvesting, of levensonderhoud. De regeling maakt het aantrekkelijk voor bedrijven om hooggekwalificeerde werknemers uit het buitenland naar Nederland te halen.
Hoewel de regeling werkgevers helpt om internationaal talent aan te trekken, bestaat in het huidige politieke debat de opvatting dat de voordelen van de 30%-regeling leiden tot oneerlijke concurrentie met Nederlandse werknemers. Als gevolg hiervan is de regeling recent versoberd en wordt verdere inperking in vanaf 2025 verwacht.
Hoe werkt de 30%-regeling?
De 30%-regeling biedt een forfaitaire belastingvrije vergoeding van maximaal 30% van het salaris van een buitenlandse werknemer. Dit is een alternatief voor het vergoeden van werkelijke extraterritoriale kosten, zoals reis- en verblijfskosten die voortkomen uit een tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst. In de meeste gevallen wordt de 30%-regeling toegepast op werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland worden gedetacheerd of die specifiek uit het buitenland worden aangeworven voor een baan in Nederland.
In de praktijk wordt het brutoloon van de werknemer vaak verlaagd tot 70% van het oorspronkelijke salaris om de 30%-vergoeding toe te passen. Voorbeeld: bij een overeengekomen brutoloon van € 70.000, wordt dit verlaagd tot € 49.000, met een belastingvrije vergoeding van € 21.000.
Welke eisen worden er gesteld aan de buitenlandse werknemer met ingang van 1 januari 2024?
Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling moet een werknemer voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De werknemer werkt in Nederland in loondienst bij een werkgever.
- De werknemer heeft specifieke deskundigheid die niet of nauwelijks te vinden is op de Nederlandse arbeidsmarkt. De aanwezigheid van specifieke deskundigheid wordt beoordeeld op basis van een salariscriterium. Het bruto jaarloon exclusief 30%-vergoeding moet in 2024 minimaal € 46.107 bedragen. Voor werknemers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma geldt een lagere inkomenseis van € 35.048. Werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen aan een erkende Nederlandse onderzoeksinstelling of artsen in opleiding tot specialist, kunnen altijd gebruikmaken van de 30%-regeling, ongeacht hun inkomensniveau.
- De werknemer moet in de 24 maanden voorafgaand aan het dienstverband minstens 16 maanden op meer dan 150 kilometer hemelsbreed van de Nederlandse grens hebben gewoond. Dit sluit veel werknemers uit grensgebieden uit.
- De werknemer beschikt over een geldige beschikking van de Belastingdienst voor toepassing van de 30%-regeling.
Hoe wordt de 30%-regeling aangevraagd?
De aanvraag voor de 30%-regeling moet gezamenlijk door de werknemer en werkgever worden ingediend bij de Belastingdienst, bij voorkeur binnen vier maanden na de eerste werkdag. Als de aanvraag later wordt ingediend, wordt de looptijd van vijf jaar met de vertragingstijd verminderd.
Hoe wordt de 30%-regeling toegepast?
Na goedkeuring door de Belastingdienst wordt een beschikking afgegeven die maximaal vijf jaar geldig is. De werkgever past de regeling toe in de loonadministratie. De looptijd van de regeling kan worden verkort als de werknemer eerder in Nederland heeft gewerkt of verbleven. Als de werknemer in het verleden al gebruik heeft gemaakt van de 30%-regeling of in Nederland heeft verbleven, wordt de nieuwe looptijd verkort met de eerdere periodes waarin de regeling is toegepast, mits deze periodes langer zijn dan 20 dagen per jaar.
Tijdens de looptijd moet jaarlijks worden getoetst of de werknemer nog steeds voldoet aan het salariscriterium. Als het salaris in een jaar lager is dan de vastgestelde norm, vervalt de regeling met terugwerkende kracht vanaf 1 januari van dat jaar. Dit betekent dat eerdere belastingaangiften gecorrigeerd moeten worden en mogelijk aanvullende belastingheffingen verschuldigd zijn.
Tot welk salaris wordt de 30%-regeling toegepast?
Vanaf 2024 geldt een aftopping: de belastingvrije vergoeding mag maximaal 30% van een salaris van €233.000 (WNT- norm, ook wel Balkenende-norm en geregeld in de Wet normering van topinkomens) bedragen, ongeacht het daadwerkelijke loon. Dit betekent dat werknemers met een hoger salaris over het bedrag boven deze norm geen belastingvrijstelling meer ontvangen. Als de belastingvrije vergoeding boven dit maximum komt, wordt het meerdere belast volgens de reguliere loonheffing, of kan dit deel als werkkosten onder de werkkostenregeling worden aangewezen. Wanneer de 30%-regeling slechts voor een deel van het jaar van toepassing is, wordt de maximale belastingvrije vergoeding tijdsgelang herrekend.
Voorbeeld: stel een werknemer ontvangt een salaris van € 250.000. De belastingvrije vergoeding op basis van de 30%-regeling zou dan € 75.000 bedragen, maar door de aftoppingsregel wordt dit gemaximeerd tot € 69.900. Het bedrag van € 5.100 wordt belast of kan onder de werkkostenregeling vallen.
Voor deze aanpassing is er een overgangsregeling: wanneer een werknemer in het laatste loontijdvak van 2022 een 30%-vergoeding genoot, blijven bovenstaande aanpassingen tot en met 31 december 2025 buiten beschouwing. Dit betekent dat voor deze werknemers de aftopping per 1 januari 2026 in zal gaan. Als een werknemer na 31 december 2022 na onderbreking opnieuw ingekomen werknemer is, dan is de overgangsregeling tot de onderbreking van toepassing en vindt daarna wel aftopping plaats. Voor werknemers bij wie de 30%-regeling op of na 1 januari 2023 voor het eerst wordt toegepast, geldt de overgangsregeling niet en is de aftoppingsregel per 1 januari 2024 van toepassing.
Daarnaast wordt de vergoeding gefaseerd verlaagd naarmate de looptijd van de regeling vordert. Gedurende de eerste 20 maanden kan 30% van het salaris belastingvrij worden vergoed, in de volgende 20 maanden wordt dit 20%, en in de laatste 20 maanden nog 10%.
Wat gebeurt er wanneer de werknemer stopt of van werkgever wisselt?
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de loop van een jaar moet het loon worden omgerekend naar een jaarloon om te bepalen of nog aan de inkomensnorm wordt voldaan. Als het loon lager is, vervalt de 30%-regeling definitief.
Wanneer een werknemer van werkgever wisselt, kan de regeling voortgezet worden, mits de nieuwe aanvraag binnen drie maanden na de laatste werkdag bij de oude werkgever wordt ingediend. De nieuwe beschikking geldt voor de resterende looptijd.
Welke andere voordelen biedt de 30%-regeling?
Tot 31 december 2024 kan een buitenlandse werknemer onder de 30%-regeling kiezen voor een gedeeltelijke buitenlandse belastingplicht. Dit houdt in dat de werknemer als buitenlands belastingplichtige wordt beschouwd voor box 2 (inkomsten uit aanmerkelijk belang) en box 3 (vermogen), waardoor buitenlandse inkomsten in deze boxen niet in Nederland belast worden. Dit voordeel vervalt echter vanaf 1 januari 2025.
De regeling biedt ook andere praktische voordelen. Zo kunnen werknemers met een niet-Europees rijbewijs dit eenvoudiger omzetten naar een Nederlands rijbewijs, en krijgen niet-Europese werknemers sneller een verblijfsvergunning dankzij de 30%-regeling.
Kiezen tussen de 30%-regeling of het vergoeden van werkelijke kosten?
Werkgevers hebben de keuze om ofwel de werkelijke extraterritoriale kosten te vergoeden of gebruik te maken van de 30%-regeling. De keuze moet worden gemaakt in het eerste loontijdvak van het kalenderjaar en geldt voor het hele jaar. Een combinatie van beide regelingen is niet toegestaan. Als de werkelijke kosten, zoals dubbele huisvestingskosten, hoger zijn dan de forfaitaire 30%-vergoeding, kan het voordelig zijn om voor de werkelijke kostenvergoeding te kiezen.
Een eenmaal gemaakte keuze kan niet tussentijds worden gewijzigd, behalve bij een nieuwe tewerkstelling binnen hetzelfde jaar of bij het verstrijken van de termijn voor voorlopige toepassing.
Heeft u vragen op het gebied van onze dienstverlening of anderszins? Indien u ons contactformulier invult, nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.